05 januari 2018
Terug

Butchart Gardens

Een populaire vakantiebestemming in Vancouver Island. Ook onder de Canadezen zelf is deze stad erg in trek door het milde klimaat. In de hoofdstad Victoria zijn de huizen allemaal nog in oud Engelse sfeer. De stad wordt ook wel een bloemenstad genoemd. Overal hangen kleurrijke bloemenmanden, er zijn veel publieke parken en de mooiste (privé)tuinen.

Traditie

De bloementraditie is al meer dan 100 jaar oud. In 1889 won de Schote landschapsarchitect John Blair de prijs om het Becon Hill Park in Victoria aan te leggen. Hij stond al bekend vanwege de schitterende parken die hij in Chicago had aangelegd. Nu nog steeds staan de bomen die hij rond het Fountain Lake plantte er prachtig bij. Sommige perfect onderhouden tuinen worden door toeristen niet eens opgemerkt. Ondanks dat ze makkelijk toegankelijk zijn en het helemaal niets kost. 

Eigenlijk slaat geen toerist de Butchart Gardens over, die meer als een miljoen bezoekers per jaar trekt. 

Het ontstaan

De Butchart Gardens ontstonden in 1904 en waren een particulier bezit. Op de plek van de tuinen begon de Schotse Robert Pim Butchart een cementfabriek, waarbij hij als eerste in Canada cement in zakken leverde. Hij had dit principe geleerd toen hij op huwelijksreis was met zijn vrouw Jennie Foster Kennedy in Engeland. Hier zag hij dat ze gebruik maakte van draaiende droogtrommels voor het verhitten van de kalksteen. 

Het ging erg goed met het echtpaar, Jennie was een scheikundige en daarnaast had ze nog vele andere interesses. Ze begon met het planten van bloemen rond haar woonhuis.  Allereerst richting de baai waar hun domein aan lag, de later bekende Butchart Cove. Het werd een Japanse tuin met vele hoekjes en een uitzicht gat in een heg waardoor je vrij uitzicht had op zee. 

Uitgeput

Toen de voorraad met kalksteen in 1908 van de steengroeve uitgeput was kwam Jennie met het idee om van haar laag liggende tuin een Sunken Garden te maken. Ze begon met het planten van witte Populieren en Perzische pruimen om het uitzicht op de cement fabriek te blokkeren. Daarna werd er met paard en wagen enorme hoeveelheden tuingrond in de bodem aangebracht. De arbeiders uit de fabriek hielpen regelmatig mee in de tuin. In 1921 was het af en kon men vanaf de rots die was blijven staan de kleurrijke border en eilandjes in het groende gazon van boven af bewonderen. 

Vele bezoekers

De tuin was een ware bezienswaardigheid en trok duizenden bezoekers, Jennie Butchart was een ware gastvrouw geworden. Toen zij in 1939 overleed en haar kleinzoon de tuin erfde besloot hij er een commerciële tuin van te maken. Hij opende een restaurant, een winkel, verschillende koffieshops en een bezoekerscentrum. Tevens zorgde hij ook voor veel nieuwe tuinen, zo is er nu een prachtige rozentuin, de sterrenvijver, een Italiaanse tuin met verschillende vijverpartijen en hij richtte de beroemde Ross-Fontein op. 

Het meest bijzondere zijn de Butchart gardens in de geopende avonden. Duizenden lampjes geven een prachtig zicht op alle kleurrijke bloemen. Op de zaterdagavonden in de zomer zijn er zelfs vuurwerken en lasershows te bekijken. Het gekleurde waterspel van de enorme Ross fontein mag u natuurlijk niet vergeten.